Een middagje mediatraining bij Karin de Groot

foto Trudy Kunz

Tekst: Trudy Kunz (auteur)

Op 7 november zou mijn eerste roman, Kroniek van een bange liefde, verschijnen en ik was stikzenuwachtig. Want rondom de verschijning was een heuse presentatie bij een Haagse boekhandel gepland, waarbij Yvonne Keuls mij voor een publiek van zo’n man/vrouw of honderd enge vragen ging stellen.

Erg leuk allemaal, maar toevallig ben ik als de dood voor in de spotlights staan. Ik ben niet voor niets schrijfster geworden: niemand die me ziet als ik tussen vier muren bezig ben de fraaiste zinnen te componeren. Maar fraaie zinnen componeren achter een microfoon, terwijl je 200 ogen op je gericht weet, is niet my cup of tea. Uit ervaring weet ik, dat ik op een podium verstar en lang naar de juiste woorden moet zoeken om mijn gedachten duidelijk te maken. Mijn grootste angst is een black out te krijgen. In het geval van mijn boekpresentatie zou dat er wel eens toe kunnen leiden dat ik plotseling in de verste verte niet meer weet waar mijn eigen boek over gaat…

Alle reden dus om huizenhoog tegen die 7e november op te zien. Totdat ik mijn zorgen hierover uit tegenover een man van de wereld, die zelf regelmatig in de schijnwerpers staat. ‘Wat jij nodig hebt,’ zegt hij, ‘is een mediatraining.’ En bij wijze van boter bij de vis, geeft hij me het mailadres van Karin de Groot. ‘Die is aardig en heel goed,’ voegt hij eraan toe.

Op mijn gemak

En zo beland ik op een mooie nazomermiddag bij Karin in haar rustig gelegen werkruimte, waar ik tegenover haar plaatsneem achter een glazen tafel waarop een blad met koffiebekers, koekjes en een kan water om de keel te smeren. Voor mij liggen pen en bloknoot klaar, achter Karin staat een flip-over. Karin is hartelijk en ontspannen – eigenschappen waarmee ze mij vrij snel op mijn gemak stelt. Ze laat er geen gras over groeien en na een kort kennismakingsgesprek start ze de minicamera en stelt mij de eerste vraag: ‘waar gaat je boek over?’

Jawel, ik voel me meteen verkrampen. Om dat te verhullen ga ik zogenaamd losjes in mijn stoel achterover leunen. Na een paar minuten stopt ze de opname en speelt hem op de laptop voor ons af. Ze vraagt wat ik zie. ‘Ik zie een gespannen vrouw,’ zeg ik naar waarheid, ‘die doet alsof ze nergens mee zit, maar moet je dat gezicht zien, het is totaal uitdrukkingsloos van de zenuwen. Ik durf geen spier te vertrekken.’ Karin lacht: ‘En wat nog meer?’ ‘Ik zie er zo slecht uit. Alsof ik in geen drie nachten geslapen heb.’ ‘Nog meer?’ ‘Ik praat zo monotoon. Alle leven is weg uit wat ik zeg – puur door de manier waaróp ik het zeg.’

Karin: ‘Zal ik zeggen wat ík zie?’ Ik ben verbaasd. Wat valt hier nog aan toe te voegen? ‘Wat ik zie,’ zegt Karin, ‘is een mooie vrouw. De kleuren die ze draagt staan haar prachtig. Wat ze zegt intrigeert me. Ze spreekt goed Nederlands. Beschaafd, maar niet té. Ze heeft een prettige stem. Ik ben benieuwd wat ze nog meer te vertellen heeft.’ Ze staat op en keert zich met een viltstift naar de flipover. Midden op het maagdelijk witte vel tekent ze een dikke zwarte stip. Weer is haar vraag: ‘Wat zie je?’ ‘Een stip natuurlijk,’ zeg ik laconiek. ‘En verder?’ ‘Niets: een onbeschreven witte ruimte.’ ‘Juist. En wat is groter: die stip of die onbeschreven ruimte?’Aha, ik vat hem. Ik staar me blind op iets – mijn tekortkomingen – terwijl ik het veel grotere gebied daaromheen negeer. Een ware eyeopener, die stip. Ik begin er lol in te krijgen!

Actief zitten!

Nadat ze me heeft verteld hoe ik meer levendigheid kan uitstralen – naar voren leunen, actief zitten! – en hoe mijn zinnen minder monotoon klinken – pauzes inlassen, klemtonen leggen – gaan we verder met oefenen. De tweede opname ziet er meteen stukken beter uit, vooral door het enorme verschil tussen het passieve achterover leunen en het geïnteresseerd met beide armen op tafel leunen. Wat een wereldtip! En zo geeft ze er in de loop van de middag nog vele, die ik hier niet allemaal zal noemen want dan kan zij haar winkel wel sluiten.

Door het vele oefenen verdwijnt mijn gespannenheid vrijwel helemaal en met het in praktijk brengen van haar adviezen begin ik waarachtig iets van zekerheid, wat zeg ik, van triomf te voelen. Triomf vanwege het feit dat ik mezelf weet te overstijgen, triomf om de trots en eigenwaarde die tot dan toe in mij lagen te sluimeren maar die ik nu steeds meer naar de oppervlakte voel komen – en niet alleen voel, maar ook zie, op die laptop waarop ik aan het eind van de middag een zelfbewuste vrouw zie praten, over zaken waar zij blijkbaar veel verstand van heeft. (Ja, vind je het gek? Het gaat over haar eigen boek!)

‘Je weet nu dat je het kunt,’ zegt Karin als we tegen het eind van de middag afscheid nemen. ‘Thuis goed blijven oefenen, dan zul je eens zien wat een goeie presentatie het wordt.’

Wordt het dat? Ja, natuurlijk. (zie foto) Tegenover de immer stralende, energieke en door de wol geverfde Yvonne Keuls zit ik er zelf minstens zo energiek bij (‘naar voren leunen, actief zitten!’) en hoewel het een pittig gesprek wordt waarbij ik af en toe even de rode draad uit het oog verlies, herstel ik me iedere keer snel en krijg ik regelmatig de lachers op mijn hand – iets waar ik niet op uit ben, maar wat blijkbaar het resultaat is van mijn relatieve ontspannen zijn. Het vliegt allemaal voorbij en nadat ik nog een paar vragen uit het publiek heb beantwoord is datgene waar ik zo vreselijk tegenop heb gezien, eindelijk voorbij. Ik heb het goed gedaan – dat hoef ik van niemand bevestigd te krijgen, ik weet het zelf.

Tijd voor een glas wijn en de signeersessie.

Kom maar op, lezers!

Getagd met , , , , , , , , ,